Kunt u ons iets meer vertellen over de rol van energiedragers in de sector van de voedsel/drankverwerking en -opslag?
EB: Of het nu gaat om het koelen of verwarmen van een onderdeel of een product, het verzorgen van koude opslag of het invriezen, elk heeft zijn eigen specifieke eisen. De sector van de opslag van voedingsmiddelen en dranken moet zijn thermische installatie optimaliseren om de levensduur van het productieapparaat te verlengen en de CO2-voetafdruk te minimaliseren.
Energiedragers worden al lange tijd gebruikt in de voedsel- en dranksector voor secundaire koeling, waarbij meestal ammoniak als primair koelmiddel wordt gebruikt. Toen HCFK R-22 werd verboden, werden veel van de grotere systemen vervangen door een ammoniak/glycolsysteem, waarbij de ammoniak het glycol in het secundaire systeem koelt.
Vertel ons over de geschiktheid voor warmteoverdracht bij gebruik in voedselverwerkings- en opslagruimtes?
EB: De keuze van de warmteoverdrachtsvloeistoffen energierager voor gebruik in voedsel/drankverwerking en opslagruimtes betekent dat u geen producten kunt gebruiken die als schadelijk zijn geclassificeerd. Bijvoorbeeld, Mono Ethyleen Glycol (MEG), ook al is het goedkoop en heeft het uitstekende warmteoverdrachtseigenschappen. Energiedragers zijn geen levensmiddelenadditieven en hoeven dat ook niet te zijn, maar ze moeten wel geschikt zijn voor gebruik in levensmiddelenfabrieken.
Verschillende landen kunnen verschillende goedkeuringseisen hebben. Wij stellen voor dat de gebruikte energiedrager de goedkeuring heeft van een erkend Europees land.
Biedt Climalife HTF’s aan die geschikt zijn voor de voedings- en drankensector?
EB: Ja. De Greenway® Neo thermisch energiedrager worden gemaakt van propaandiol van biologische oorsprong, evenals MPG-vloeistoffen zoals Friogel® Neo, dat is toegelaten voor gebruik in deze sector door de Directie Volksgezondheid, in overeenstemming met het ANSES (ex AFSSA). Deze energiedrager transporteren energie bij temperaturen zowel onder het vriespunt van water als daarboven, en beschermen zo tegen bevriezing en corrosie.
Ze zijn elk geformuleerd met corrosieremmers om het systeem te beschermen en kunnen worden verdund afhankelijk van het gewenste beschermingsniveau van het vriespunt. Vriesbescherming in het bereik van -15°C tot -25°C is kenmerkend voor de sterke punten die worden gebruikt, hoewel Greenway® Neo de mogelijkheid heeft om tot -55°C te gaan, specifiek voor gebruik in de voedingsmiddelen- en drankenindustrie.
Welke veiligheidsmaatregelen moeten worden genomen bij het gebruik van HTF’s in een voedsel- of drankenomgeving?
EB: Voor de productie en opslag van voedingsmiddelen/dranken adviseert Climalife een installatie te ontwerpen die elk contact van de energiedrager met voedingsmiddelen of dranken vermijdt en voorkomt. Een goed onderhoud en het jaarlijks testen van de energiedrager is ook aan te bevelen.
Bekende besmetting of contact van een energiedrager op of met een voedsel- of drankproduct, zelfs als de vloeistof niet als schadelijk is geclassificeerd door de regelgeving, zou het product echter ongeschikt moeten maken voor consumptie. Uit voorzorg moet het besmette product uit de handel worden genomen, aangezien het niet als ingrediënt in het product is opgenomen, en moet het worden vernietigd, ongeacht de goedkeuring van de vloeistof.
Als HTF-producenten heeft Climalife de specialistische kennis en vaardigheden om te delen met de markt.
In heel Europa helpt Climalife vele industriële bedrijven, installateurs en professionals op het gebied van thermische toepassingen bij het ontwerp, de implementatie en het beheer van hun apparatuur en installaties. Climalife biedt gerichte oplossingen waarbij de energiedrager kan dienen voor het proces van de productie of conservering van voedingsmiddelen.